UN Women Nederland
Economische onafhankelijkheidEconomische onafhankelijkheid
Investeren in de economische onafhankelijkheid van vrouwen leidt tot gendergelijkheid, uitroeiing van armoede en inclusieve economische groei. Vrouwen leveren enorme bijdragen aan de economie in zaken, op boerderijen, als ondernemers en medewerkers of als mantelzorger.
Feiten en cijfers
- 2,7 miljard vrouwen mogen volgens de wet niet dezelfde banen kiezen als mannen. Van de 189 landen die in 2018 zijn onderzocht, hadden er 104 nog wetten die verhinderen dat vrouwen sommige banen hebben. In 59 landen zijn geen wetten die seksuele intimidatie op het werk verbieden en in 18 landen mogen mannen volgens de wet hun vrouw verbieden om een baan te hebben
- Vrouwen blijven minder deelnemen aan de arbeidsmarkt dan mannen. In de leeftijdsgroep 25-54 jaar werkt 63 procent van de vrouwen tegenover 94 procent van de mannen. Als je de andere leeftijdsgroepen meerekent, dan ligt het wereldwijde aandeel van vrouwen op de arbeidsmarkt onder de 48,5 procent, 26,5 procent lager dan de mannen.
- Vrouwen zijn eerder werkloos dan mannen. In 2017 was het werkloosheidscijfer onder mannen 5,5 procent en onder vrouwen 6,2 procent.
- Wereldwijd krijgen vrouwen minder betaald dan mannen. Het gat daartussen is volgens schattingen 23 procent. Dit betekent dat vrouwen 77 procent van het loon van mannen verdienen.
- Vrouwen hebben minder vaak een eigen bankrekening: 58 procent tegenover 65 procent.
Voorbeeld uit Turkije, Pelin Aslantaş

UN Women / Gizem Yarbil
“Ik ben de enige vrouwelijke buschauffeur in de stad tussen 202 mannen. Ik wilde altijd al grote voertuigen besturen. Ik leerde rijden toen ik 10 was in de auto van mijn vader, maar mijn moeder heeft me geleerd hoe ik moest rijden.
Mijn zoon zag dat de gemeente online zocht naar vrouwelijke buschauffeurs. Ik was geïnteresseerd, maar had niet de juiste papieren. Een rijbewijs halen voor het openbaar vervoer is tien keer moeilijker dan voor een gewone auto. De mannelijke buschauffeurs waren verrast door mijn komst. Ze begonnen te roddelen over dat ik wel een ongeluk zou krijgen of heel snel ontslag zou nemen. Maar na een tijdje raakten ze er wel van overtuigd dat ik een goede chauffeur ben.
Het is ook een veeleisende baan. We maken lange dagen en hebben maar een dag in de week vrij. Voor mijn mannelijke collega’s stopt het werk als ze naar huis gaan en ze uit kunnen rusten. Als ik thuis kom, was ik mijn handen en duik de keuken in. Voor mijn gevoel rust ik meer uit als ik in de bus rijd.
Ik hou van mijn werk, anders zou ik deze baan niet kunnen doen. Mijn enige regel in het leven is dat ik afmaak wat ik begin. Ik ben niet iemand die het bijltje erbij neergooit, en ik zal mijn werk blijven doen zolang ik kan.”