Mannen jagen en strijden, vrouwen verzamelen en maken eten. Dit is nog steeds het algemene beeld dat de Nederlandse bevolking heeft over mensen uit de oudheid. Dat terwijl ondanks meer dan dertig jaar archeologisch genderonderzoek er meer informatie over onze voorouders is verschenen in wetenschappelijke publicaties die een veel gevarieerder verleden laten zien. Denk aan het onderzoek uit 2013 van archeoloog Dean Snow waaruit bleek dat 75% van de handafdrukken in een Neolitische Spaanse grot van vrouwen kwamen, of de ontdekking in 2017 dat een Vikingstrijder die lag begraven met wapens eigenlijk een vrouw was. Beiden laten een minder traditionele rol zien van vrouwen die actief waren “buitenshuis”.
Helaas bereiken de resultaten niet het grotere publiek. Sterker nog, sla eens een geschiedenisboekje open en je ziet meer mannen dan vrouwen afgebeeld in reconstructies over het verleden. Bovendien zie je mannen overwegend in actieve en heroïsche rollen, vechten of op reis gaan. Vrouwen daarentegen zie je gebonden aan huiselijke taken, vaak passief zittend alsof ze verder niet veel betekenen. Ook musea laten overwegend mannen zien in hun reconstructies, of tonen objecten gerelateerd aan masculiene activiteiten zoals wapens en landbouwtuig. We blijven daardoor in vaste genderpatronen denken die maar moeilijk te doorbreken zijn, en die zowel de mannelijke als de vrouwelijke bijdragen niet tot hun recht laten komt.
Dit is informatie die wordt voorgeschoteld aan Nederlandse kinderen, een zeer scheef beeld van onze vroegere samenleving. Ik ging uit op onderzoek en interviewde 100 kinderen (50 meisjes en 50 jongens in de leeftijd 8-10 jaar) tijdens hun bezoek aan twee Nederlandse musea die archeologische voorwerpen tentoonstellen. Verbazend was het niet dat kinderen hele stereotyperende ideeën erop nahielden hoe mensen vroeger leefden. Vooral meisjes denken meer in traditionele rolpatronen en antwoorden dat mannen niet kookten, terwijl 16 jongens mannen dit wel zagen doen.
Op de vraag of er meer mannen of vrouwen leefden in de Romeinse Tijd, zeiden 43% van de kinderen dat er meer mannen waren. Zo dacht een kwart van die kinderen dat dat komt omdat mannen nodig waren in gevecht en vrouwen geen gevaarlijke dingen deden. Iets meer dan een derde (36%) antwoorden dat er evenveel vrouwen als mannen waren omdat dat nu ook zo is. Jammer genoeg blijkt uit dit onderzoek dat wat wij weten over de Romeinse Tijd beperkt blijft tot masculiene activiteiten zoals strijd en het leger, terwijl het ook een tijd is geweest van uitwisseling van ideeën, kunst, techniek, cuisine en taal, waar vrouwen ook zeker aan hebben bijgedragen.
Het is dus belangrijk dat experts zoals archeologen, historici, museum personeel en onderwijsinstellingen bewust moeten zijn in hun keuzes om een meer volledig beeld van de oudheid te schetsen. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met hoe die verhalen verteld worden. Innovatie in bijvoorbeeld aardewerk of landbouw zouden niet genderneutraal moeten worden omschreven, maar juist als taak van vrouwen worden benadrukt. Zij bezaten immers de botanische of technologische kennis die ze vervolgens verspreidden doordat ze zich via het huwelijk elders vestigden. Kijk de volgende keer eens kritisch naar een (pre)historisch verhaal of tentoonstelling en vraag je af of er een bepaalde vooringenomenheid in zit, of juist een breder verhaal vertelt.
****
Over Miyuki
Miyuki Kerkhof is oorspronkelijk archeoloog maar specialiseert zich nu in erfgoedbeheer.
Voorheen was Miyuki werkzaam voor enkele multinationals, en was in dienst als interim liaison officer voor het UN Women kantoor in Japan. Voor UN Women Nederland werkt ze vrijwillig als social media manager. Momenteel rond zij haar Masters af in Archaeological Heritage Management in Leiden. Haar onderzoeksinteresse ligt op de kruising tussen erfgoed, beleid en gender.