Twee maanden na de machtsovername van de Taliban constateert UN Women dat de situatie voor vrouwen in Afghanistan ernstig is verslechterd. “De nieuwe Taliban is de oude Taliban”, stelt Marije Cornelissen directeur van UN Women Nederland na een gesprek met de directeur van de Afghaanse zusterorganisatie. “De Taliban hadden aangekondigd vrouwenrechten te respecteren, maar daar komt in de praktijk weinig van terecht. Zo kunnen op dit moment vrouwen niet naar de universiteit en kunnen meisjes vanaf 7 jaar niet meer naar school. Opvangcentra voor slachtoffers van huiselijk geweld zijn aangevallen, geplunderd en vernield.”
En dat is niet het enige waar Afghanistan op dit moment mee te dealen heeft. Ook Corona en een tweede droogteperiode in korte tijd drukken een zware stempel op het land. Wat de situatie extra gecompliceerd maakt is dat veel landen hun humanitaire hulp aan Afghanistan bevroren hebben, terwijl het land volledig afhankelijk is van deze hulp. De Taliban willen dat de noodhulp doorgaat, maar niet door vrouwelijke hulpverleners.
Marije Cornelissen: “UN Women is de grootste vrouwenorganisatie die is gebleven in het land. Waar we nu vooral mee bezig zijn is noodhulp bieden aan vrouwen en meisjes. Daarnaast proberen we de andere hulporganisaties op één lijn te houden om te eisen dat vrouwelijke hulpverleners hun werk kunnen blijven doen. Als organisaties toegeven aan de wens van de Taliban om alleen met mannen te werken, dan heeft dat verschrikkelijke gevolgen. Vrouwen en meisjes kunnen dan geen hulp meer krijgen, omdat ze die niet mogen ontvangen van ‘vreemde’ mannen.”
Afghanistan heeft internationale ontwikkelingshulp heel hard nodig, ongeveer 80% van de bevolking is in acute nood. Alleen als de hulporganisaties een front blijven vormen en eisen dat vrouwelijke hulpverleners actief kunnen blijven kan ervoor gezorgd worden dat hulp daadwerkelijk de meest kwetsbare mensen bereikt; vrouwen en meisjes.